Geslepen Karaf
Schitterende geslepen karaf met schenktuit.
De karaf is van transparant kristal en is voorzien van mooie geslepen figuren wat de karaf erg decoratief maakt.
Gerelateerde producten
-
Details
Originele set uit de jaren ’50. De set bestaat uit 5 egeltjes die kunnen dienen als asbakjes. Het betreft een ontwerp van Walter Bosse voor Herta Baller.
De egeltjes zijn gemaakt van brons en komen uit Oostenrijk. -
Details
Lynx gameconsole van Atari, het eerste model PAG-0201.
Het idee voor de Lynx kwam van een bedrijf genaamd Epyx, dat het in 1987 bedacht en hun systeem de codenaam ‘Handy’ gaf. Atari kocht het idee, de Atari Lynx debuteerde in 1989. Het was de eerste echte kleuren handheld console met een palet van 4.096 kleuren (16 gelijktijdig) op een 3,5″ scherm. Het draaide op 16MHz en bevatte een 8-weg joypad. In het eerste Lynx systeem (zoals het dit exemplaar betreft) werden de games geladen en ‘verborgen’ in de handgreep en de batterijen zaten aan de achterkant van het apparaat.
Wordt geleverd met 1 spel; S.T.U.N. Runner. -
Details
Bijzonder inktpotje uit de jaren ’70, gevuld met Pelikan 4001 koningsblauwe inkt voor de vulpen, nog vol en ongebruikt in het originele doosje.
De aparte liggende vorm van het flesje is een ontwerp uit 1937 van Wilhelm Wagenfeld. Het werd ook wel de ‘Liegeflasche’ of ‘Knickflasche’ genoemd.Wilhelm Wagenfeld (Bremen, 15 april 1900 – Stuttgart, 28 mei 1990) was een Duitse industrieel ontwerper, leerling van het Bauhaus. Hij ontwierp glas- en metaalobjecten voor de Jenaer Glaswerk Schott & Gen., de Vereinigte Lausitzer Glaswerke in Weißwasser, Rosenthal, Braun GmbH en WMF. Een aantal van zijn ontwerpen worden tot op de dag van vandaag nog steeds geproduceerd.
-
Details
Set van 3 antieke glazen zichtpotten, ook wel monsterpotten, specimen-potten of omgekeerde apothekerspotten genoemd.
Ze komen uit 1915 en zijn afkomstig van het Koloniaal Landbouw Museum Deventer.
De grootste bevat steenkool, de middelste bladgruis en de kleinste bevat thee.Ten behoeve van het onderwijs in tropische landbouw werd in 1910 besloten tot het oprichten van een school voor koloniale landbouw in Deventer met daarnaast een verzameling over de koloniale landbouw.
Tijdens een Koloniale Landbouwtentoonstelling die in 1912 in Deventer werd gehouden werden inzendingen getoond uit de verschillende Nederlandse koloniën. Door steun van de gemeente Deventer en de Ministeries van Landbouw en Visserij en het Ministerie van Koloniën kon een eigen museum verwezenlijkt worden. Op 27 mei 1915 opende het museum officieel haar deuren voor het publiek.
Eind jaren zestig moest het museum zijn deuren sluiten. In 1972 schonk de gemeente Deventer het resterende deel van de collectie van het voormalig Museum voor Tropische Landbouw aan het pas opgerichte Volkenkundig Museum ‘Gerardus van der Leeuw’.
